Home
Jan van Wijngaarden
Mijn favorieten
Boekrecensies
Ideeën/stokpaardjes
Consuminderen
ChristenUnie homo's
Europees Referendum
Ietsisme
Asfaltwinkel
Flatlander fabel
Dejuridisering
Voetbal
Gedachten over MVO
Mijn God
Fotoalbum
Wijn
Sitemap
Discussie
Gastenboek

19 april 2015

 “Mijn God laat mij zelf denken”

Ik had het enige tijd geleden met dierbaren over de vragen die je zou kunnen stellen bij de rol die Paulus uiteindelijk heeft gespeeld bij het 'uitchristalliseren' van het christelijk geloof. En over zijn vrouwenhaat.

Daarover las ik ooit het boek 'Het Jezus Concern' (1973), van Johannes Lehman, een Lutheraan die theologie, psychologie en filosofie studeerde. Daarvóór had Lehman al veel opzien gebaard en controverse gecreëerd met 'Het Jezus Rapport', waarin hij verbanden legt tussen de leer van Jezus en die van de Esseners, zoals die uit de Dode Zee rollen kan worden opgemaakt. De rollen zijn gedateerd op 150 jaar voor Christus. Opvallend is dat veel uitspraken van Jezus zoals die zijn weergegeven in de evangelieën heel erg lijken op de leerstellingen van de Esseners. Lehman suggereert dat het niet zo vreemd is dat de volgelingen van Jezus tot vlak voor zijn kruisiging meenden dat Jezus zich tegen de Romeinen zou gaan verzetten. De Esseners vormden een beweging van opstandelingen die fel gekant waren tegen de Romeinse overheersing. Er is volgens Lehman in de evangeliën een opmerkelijk verheven draai gegeven aan Jezus' verhaal.

Een niet verifieerbare openbaring aan Saulus, die daarbij Paulus werd, ligt daaraan ten grondslag. Prof. Herman Philipse plaatst in zijn colleges over godsdienstfilosofie (2006) grote vraagtekens bij de nieuwe interpretatie die Paulus van de dood van Jezus geeft dat "Jezus aan het kruis is gestorven voor onze zonden - en dat dus ook de zonden van Saulus geheel zouden zijn vergeven - en dat de liefde de plaats inneemt van de Joodse wet ... een drastische herinterpretatie van de dood van Christus aan het kruis. Oorspronkelijk zag Saulus deze dood aan het kruis als het bewijs dat Christus de Messias zeker niet was. En wat is nu de nieuwe interpretatie? Hij is de Messias wèl, en hij verlost niet alleen Paulus, maar ook de hele mensheid van zijn zonden". 

In 'Het Jezus Concern' vraagt Lehman zich af hoe uit de woorden 'Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?' een verlossingsgodsdienst kon ontstaan. Hij maakt aannemelijk hoe in de (geo)politieke context van destijds een geloof tot leer, de leer tot kerk, de kerk tot macht en de macht tot een dogmatische ideologie heeft geleid. Bovenbeschreven herinterpretatie door Paulus, die Jezus nota bene nooit persoonlijk heeft ontmoet, heeft volgens Lehman een cruciale (! ) rol gespeeld in de verandering in de godsvoorstelling die van de Joodse nationale God een God maakte die in de  Grieks-Romeinse wereld acceptabel zou zijn. Ook van deze mogelijke ‘draai’ is bekend dat de oorspronkelijke discipelen het niet helemaal begrepen, maar hun terughoudendheid lieten varen toen bleek dat het verhaal 'aansloeg'.

Dit thema komt terug in de prachtige film 'The last Temptation of Christ' van Martin Scorcese (naar een boek van de Griekse schrijver/filosoof Nikos Kazantzakis en met muziek van Peter Gabriel (! ). Ik weet nog goed dat ik die film in 1988 in Rotterdam ging kijken en door een haag van protestanten (! ) moest. De film biedt een perspectief op Jezus vanuit zijn 'mens zijn', en verdiept volgens mij juist daarom de inspiratie die uit Zijn 'Het is volbracht' kan worden geput. Er is een heel mooie scene waarin Jezus in het publiek staat te luisteren naar wat Paulus over Hem te zeggen heeft. Die mensen die in Rotterdam stonden te protesteren hadden het kennelijk afgeleerd om zelf te denken.

Anke en ik liepen onlangs langs de oude Remonstrantse kerk in Waddinxveen. Het opschrift daarvan luidt: "Mijn God laat mij zelf denken". Voor zover ik me nog christelijk geïnspireerd voel, is dat bij de Remonstranten (volgelingen van Arminius: geen predestinatie) en vrijzinnigen. Het op Erasmus terug te voeren (religieus) humanisme spreekt mij ook aan. Dat brengt mij op de tijd waarin wellicht nog wel de belangrijkste draai is gegeven aan wat mij bij mijn christelijke opvoeding is meegegeven, de 16e eeuw, na de renaissance, Luther en de uitvinding van de boekdrukkunst. Ik las 'Het doden van een mens' van Guus Kuijer, uit 2006. Dit boek is samengevoegd met een ander boek van hem: 'Hoe een klein rotgodje God vermoordde' (ook zeer aan te bevelen, trouwens) in de bundel 'Het kleine rotgodje'. 'Het doden van een mens' leverde mij een nieuwe kijk op de kerkgeschiedenis.

Kort door de bocht wat ik er uit opmaakte. Luther verzette zich tegen de Katholieke Kerk als instituut (de paus als vervanger van Jezus op aarde, de Maria- en heiligenverering, het vagevuur, met de aflaten die de paus je daar voor kon verstrekken, etc., etc.) en predikte daartegenover een persoonlijke, en dus van mens tot mens mogelijk verschillende, band met God. Luther was ten aanzien van andersdenkenden vrij tolerant. Mensen waren hun eigen priester en dat werd in die tijd gefaciliteerd doordat er bijbelvertalingen werden gedrukt waarmee de mensen zelf kennis konden nemen van de teksten. Ze kwamen er al snel achter dat de kerk bij meerdere ‘concilies’ die teksten had gecensureerd en dogmatisch geïnterpreteerd, vanzelfsprekend met een beroep op rechtstreekse inspiratie van God of de Heilige Geest. Men realiseerde zich dat andere interpretaties mogelijk waren. Er ontstonden allerlei stromingen en sektes die gebaseerd waren op interpretaties die van de gangbare leer afweken (over niet rechtstreeks uit de Bijbel herleidbare dogma's als de drie-eenheid van God, en dus over het God -zijn van Jezus, over het avondmaal en de transsubstantiatie, over de erfzonde en de kinderdoop, etc., etc.) en zich daarbij soms ook beriepen op de rechtstreekse inspiratie door de Heilige Geest. N.B. ditzelfde vond plaats in de eerste eeuwen na Christus, omdat velen zich destijds geïnspireerd voelden en het exclusieve 'recht' op het bepalen van de waarheid van openbaringen nog niet was geclaimd door concilies van bisschoppen.

Het gekke was dat die sektes voor de Reformatie even bedreigend leken te zijn als voor het Katholicisme. Het was voor het Katholicisme moeilijk om het onderscheid te maken tussen de sekten en de hoofdstroom van de Reformatie. Er ontstonden ook afwijkende ideeën die als sekten van het Katholicisme konden worden beschouwd. En dan waren er ook nog mensen als Erasmus die probeerden om de eenheid te bewaren door de discussie op een hoger niveau te verzoenen. Een heel verwarrende tijd, met bovendien aan geloof gerelateerde wereldlijke spanningen. Karel V (regeerde van 1519 - 1558 als Rooms Duitse Keizer) wilde rust in zijn rijk, en was, ondanks zijn instemming met de inquisitie in het zuidelijke deel, bereid om de Reformatie een plek te geven in de noordelijke delen, maar dan niet als een conglomeraat van een rommeltje aan sekten. De christelijke wereld kon zich geen chaos veroorloven, want in Spanje waren de moslims opstandig en de Turken rukten op tot (uiteindelijk) Wenen.

In die tijd maakte opeens Calvijn furore. Om nog even expliciet terug te komen op het gesprek dat de aanleiding vormde voor dit epistel: Calvijn was mogelijk een nog groter vrouwenhater dan Paulus. Ter illustratie: Kuijer beschrijft de wijze waarop Calvijn omgaat met de in monotheïstische godsdiensten gebruikelijke gedachte dat God overal hand in heeft. Ziekten zijn in deze gedachte te beschouwen als straffen van God. Als spreekbuis namens God liet Calvijn in Geneve de schuldigen aan de pest naar de brandstapel voeren: voor het overgrote deel vrouwen. Verder zegt hij over zijn eigen vrouw, na haar overlijden, weinig meer dan dat zij hem "in weinig heeft gehinderd".

Calvijn was binnen de Reformatie evenzeer gericht op het uitbannen van andersdenkenden als de inquisitie binnen de Katholieke kerk. Dat hij zich de status van ‘spreekbuis van God’ kon aanmeten is iets wat bekend is uit ‘openbaringsreligies’. Ook Calvijn beriep zich op de rechtstreekse inspiratie door de Heilige Geest. Volgens Kuijer was Calvijn daarvan zo overtuigd dat er voor hem zelfs geen onderscheid was tussen ‘hem beledigen’ en ‘God beledigen’. Calvijn was profeet, zoals Mohammed de profeet van Allah was. Kuijer zegt: Calvijn werd in zijn tijd door andersdenkenden beschouwd als "bisschop, paus en tiran. Luther had geprobeerd het probleem (van de openbaring via het woord) te ondervangen door te stellen dat elke gelovige een priester is .... Hij spreidde daarmee het recht op interpretatie over alle gelovigen. Calvijn daarentegen bracht het priesterschap terug bij de geroepene, bij de eenling". Bij Calvijn dus, die in zijn eentje de rol van de paus en het instituut kerk opnieuw vorm gaf. Hiermee deed hij het tegenovergestelde van wat Luther met zijn bijdrage aan de Reformatie bedoelde. Doordat Calvijn meende dat hij het exclusieve recht had verkregen op interpretatie van de Bijbel, voelde hij zichzelf ook gedwongen tot machtsuitoefening. Kuijer beschrijft tot welke moorden Calvijn allemaal de opdracht heeft gegeven. Zo heeft hij de zachtaardige mysticus Miguel Servet op een beestachtige wijze vernederd en uiteindelijk op de brandstapel gebracht. Het verhaal over Servet is de rode draad in het boekje ‘Het doden van een mens’. Servet stelde dat God niet wilde vernederen, maar wilde verheffen, niet neerdrukken maar enthousiasmeren. God sluit zich niet af, maar maakt zich toegankelijk. Hij blaast ons zijn geest in en je kunt hem overal ontmoeten. Hij staat ons onze vergissingen toe en bevordert de ontwikkeling van ons denken. Dit godsbeeld stond in scherp contrast met de door de zondeval geobsedeerde God van Calvijn. Als zelfbenoemd interpretator van Gods boodschap voelde Calvijn zich door Servet zo beledigd dat hij er alles aan heeft gedaan om hem te doden, aldus Kuijer.

Calvijn matigde zich een Bijbeluitleg aan waar ik van gruwel. Een paar citaten en parafrases uit het boek van Kuijer, met tussen haakjes toelichting mijnerzijds:

"Ik (Kuijer) zie Calvijn als een man die niet zozeer God liefhad als wel het systeem waarin hij Hem had ondergebracht. (Cynisch:) Eindelijk, na al die eeuwen van getob, kon de mensen nauwkeurig worden uitgelegd wat zij dienden te geloven". Volgens Kuijer heeft Calvijn "een meedogenloze God bedacht die Zijn Zoon had laten doodmartelen aan een kruis, niet om alle mensen te verlossen, maar alleen Gods uitverkorenen" (predestinatie). "Tekenend voor Calvijn is dat hij in de menswording van God vooral een vernedering zag. Gods verlossende daad was gelegen in de schande van een geboorte in een stal, in armoede dus, en in de ontering van een kruisdood tussen misdadigers. Calvijns God stelde zelfvernedering blijkbaar zeer op prijs. …. Volgens Calvijn is de vrome mens iemand die zichzelf vernedert. .... Door de voortdurende herhaling (door Calvijn) van de mantra over de totale verwerpelijkheid van de mens kan een ... persoon zichzelf het gevoel geven dat hij nederig is en dus vroom ... De vijandigheid tegenover de buitenwereld en het wantrouwen in de binnenwereld kenmerkt de sfeer waaraan de orthodox gelovige protestant verslaafd is. ... Omdat het hem een gevoel van morele superioriteit oplevert, een (paradoxaal) meerderwaardigheidscomplex dat hij vroomheid noemt.” Hij verzet zich tegen alles wat zijn angst zou kunnen verminderen. Het is het verzet van de junk die je zijn naald onthoudt".

In dit opstel zijn nu een 'draai' of drie/vier aan de orde geweest. Er zijn er vast nog meer. Telkens geeft de orthodoxe christen daarbij zijn denken over aan het geloof in openbaringen en rechtstreekse inspiratie door de Heilige Geest. Dit doet mij denken aan de fascinerende film 'Memento' (2000). Die gaat over een man die zich ervan bewust is dat hij zijn korte termijn geheugen is kwijtgeraakt door een klap van een inbreker. Deze inbreker heeft zijn vrouw vermoord. De man gaat op zoek naar de moordenaar. Daarbij moet hij zich door de tijd worstelen, want hij kan informatie slechts een kwartier vast houden. Belangrijke informatie noteert hij op de achterkant van direct-klaar foto's en cruciale informatie tatoeëert hij op zijn huid. Die informatie is voor hem telkens als een openbaring; onbetwistbaar waar. De film begint aan het eind van zijn zoektocht: hij vermoordt de moordenaar. En de kijker krijgt vervolgens 'terug in de tijd' te zien hoe hij van de ene op de andere conclusie is gekomen. En merkt waar het fout gaat ...

Kuijer's boek eindigt met de volgende zinnen, waarvan ik het frappant vond dat de strekking gelijk is aan wat ik een tijdje geleden aan iemand mailde, die over homosexualiteit beweerde dat 'het werkelijk houden van God betekent dat je blindelings zijn voorschriften naleeft en bereid bent tot een onprettig leven van opofferingen'.

Ik: "Volgens mij is een christenreis op een aantal psychologische punten helemaal zo onprettig niet. De belangrijkste reden waarom mensen orthodox geloven, is omdat dat het leven helder en eenduidig maakt. Geen moeilijke morele afwegingen. Gewoon 'de leer' / 'de momenteel gangbare verklaring van de Bijbel' navolgen. … Ik heb moeite met specifieke godsbeelden, met een claim van exclusiviteit, zoals die wordt gecreëerd in de orthodox christelijke kerk. Maar ik ben er wel van overtuigd dat er een hogere macht is, die ons op een onvoorstelbare wijze overstijgt. (Zie de Flatlander fabel, op deze website). Dat die het wonder van het leven, de natuur en de mens heeft mogelijk gemaakt. Hij spreekt tot ons via de verhalen van mensen over Hem in de Bijbel, maar ook via andere bronnen. Mijn 'reis' is een reis als religieus geïnspireerd mens die in zijn leven morele vragen (vragen over goed en kwaad, vragen over 'liefde voor de ander', vragen over zelfbeperking ten behoeve van de ander) moet zien te beantwoorden in een moderne, veranderende wereld. Om daarin voor jezelf een verantwoorde en coherente koers te vinden is in zekere zin veel moeilijker en lastiger dan 'uitgaan van de (uitleg van) de Bijbel'."

Kuijer: "Het geloof in profeten en een almachtige God is een vorm van gemakzucht. We moeten zelf bedenken wat recht is en om rampen te voorkomen moeten we hard werken. Het grappige is dat sommigen van u dit een calvinistische boodschap zullen vinden. Het zij zo. “

Amen.

 

 

Jan van Wijngaarden
webmaster@janvanwijngaarden.nl