Home
Jan van Wijngaarden
Mijn favorieten
Boekrecensies
Ideeën/stokpaardjes
Fotoalbum
Wijn
Algemene informatie
Techniek wijnproeven
The big five
Sitemap
Discussie
Gastenboek

 

Geur en smaak zijn in samenhang van belang. Goed ruiken voor het proeven creëert verwachtingen t.a.v. de wijn. Het wordt dan interessant of de wijn die waarmaakt of juist niet. Dat kan een aangename verrassing opleveren, een mooi contrast of mooie combinatie van geur en smaak of een onaangename (men noemt een wijn dan wel ‘uit balans’).

Om te proeven, ruiken we dus eerst aan de wijn. De wijn laat zijn geurstoffen gemakkelijker los als hij niet te koud is en langs de binnenkant (!) van een slechts tot eenderde gevuld wijnglas is gewalst. Walsen gaat het best door het pootje van een op een tafel staand glas met twee vingers in kleine cirkeltjes te bewegen. Het glas dient taps toe te lopen om de aroma’s te concentreren. Zo’n achthoekig arcopal-glas heeft iets van vakantieromantiek, maar is hiervoor ongeschikt.

Na het benoemen van de geur (het bouquet) van de wijn en het bewust vormen van verwachtingen t.a.v. de smaak nemen we een eerste bescheiden slok van de wijn. Om de smaakstoffen van deze eerste slok zoveel mogelijk in de mond los te laten komen en in contact te brengen met alle smaakpapillen van de tong, slurpen we met getuite mond wat zuurstof naar binnen. Dit maakt rare geluiden en ziet er gek uit, maar onder ons moet dat kunnen.

Als hulp bij het duiden van geuren en smaken kan gebruik gemaakt worden van onderstaand 'aromawiel'.

 

Jan van Wijngaarden
webmaster@janvanwijngaarden.nl